Zo'n 12 uur voordat je van plan bent de pap te gaan eten, doe je de haver in een glazen kom met het lauwwarme water, het rogge- of boekweitmeel en de appelazijn. Roer alles even goed door elkaar, dek af met een bord o.i.d. en laat minstens 12 uur weken.
Na de weektijd giet je ongeveer een kop van het weekwater af. Bewaar hier een paar eetlepels van, dat kun je de volgende keer dat je haver gaat weken gebruiken als starter in plaats van het roggemeel en de appelazijn.
Doe de geweekte haver samen met de kokosmelk in een pan met dikke bodem en breng rustig aan de kook. Regelmatig even roeren, het zit zo aan de bodem!
Als het kookt, zet je het op de laagste pit met vlamverdeler (als je op gas kookt) en laat het in zo'n 20 minuten gaar sudderen. Voeg na een minuut of 10 de appelstukjes, kruiden en rietsuiker melasse toe en laat dit even mee sudderen.
Als de pap te dik is, kun je er extra (kokos)melk, slagroom of water door roeren.
Roer er de boter door tot deze gesmolten is en het vanille extract, het zout en en eventueel palmbloesemsuiker naar smaak.
Eet smakelijk!